ST. BEHOUD BONIFATIUS ERFGOED IN DOKKUM

PIERRE CUYPERS, BEROEMDE ARCHITECT VAN DE BONIFATIUSKERK

De Bonifatiuskerk in Dokkum Een eigen rooms-katholieke kerk was in het verleden niet vanzelfsprekend. Integendeel: na de reformatie ging de oude Bonifatiuskerk over in het bezit van de Nederlands Hervormde Kerk. Katholieken bedienden zich in de navolgende periode van huis- of schuilkerken. Pas in 1853 werd de rooms-katholieke kerk weer officieel toegelaten in Nederland.

Het is het moment waarop de katholieken, ook in Dokkum, weer publiekelijk uit hun schulp kruipen. Het bouwen van een eigen en herkenbare kerk is daar onderdeel van. Al in 1857 wordt er overlegd over de nieuwbouw van een kerk. In de daaropvolgende jaren wordt een aantal percelen tussen de Hoogstraat en de Koningstraat gekocht, rondom de plaats van de oude katholieke schuilkerk.   

Cuyperskerk

Begin 1870 wordt besloten om met de bekende architect Pierre Cuypers (1827 - 1921) uit Roermond contact op te nemen. Zijn naam wordt vaak in een adem genoemd met het Rijksmuseum en het Centraal Station, beide in Amsterdam. Ook is hij de ontwerper van de troon waarop de koning elk jaar tijdens Prinsjesdag de troonrede uitspreekt. Zijn invloed beperkt zich niet alleen tot zijn eigen leerlingen; ook architecten als Berlage en Michel de Klerk zijn in grote mate beïnvloed door Cuypers.

Cuypers is echter in de eerste plaats een architect van kerken. Hij geldt als de grootmeester van de neogotiek. Hij ontwierp meer dan 100 kerken, waarvan er ongeveer 70 werden gebouwd. Daarnaast ontwierp Cuypers kapellen en kloosters en restaureerde hij tientallen oude kerken. In Friesland zijn meerdere keren geweest van Cuypers, maar die zijn aan het verdwijnen. (Blauwhuis, Heeg, Sint-Bonifatiuskerk in Leeuwarden, Wijtgaard, Sneek, Nes Ameland (afgebrand).

Bouw kerk begint in 1871

De Bonifatiuskerk van Dokkum, die in 1976 de status van rijksmonument kreeg, is door architect Cuypers ontworpen als een driebeukige  kruiskerk met als grondvorm een Latijns kruis. De kerk is opgetrokken in rode waalsteen. De 47 meter hoge klokkentoren‚ met drie verdiepingen, staat in een hoek tussen de zuidelijke transeptarm en het priesterkoor. In september 1871 begint de bouw en op 18 juli 1872 wordt de nog niet geheel voltooide kerk geconsacreerd. Pas in 1878 is de bouw helemaal afgerond.
 
De Toren, een apart verhaal
De kerk krijgt een toren – het zal het hoogste punt van Dokkum worden. Maar dat gaat met vallen en opstaan. Want in 1874 stort de toren in. Direct wordt met het herstel begonnen. En sindsdien vormt de toren een onlosmakelijk en niet te missen onderdeel van de Dokkumer skyline. En dat willen we graag zo houden!

Bonifatiuskapel

In 1934 begon men naar het ontwerp van architect M. W. Valk uit 's Hertogenbosch met de bouw van de kapel met rond 2.000 zitplaatsen. De eerste steen werd op Bonifatiusdag, 5 juni 1934 gelegd door mgr. Vaas, de deken van Leeuwarden. Reeds twee maanden later, op 6 augustus kon mgr. J. H. G. Jansen, aartsbisschop van Utrecht, de kapel inwijden en het altaar consacreren. Men betreedt de kapel door een driedelige, rondbogige toegangspoort. Zowel de muren van de poort als de wanden van de kapel zijn uitgevoerd in grote gele kloostermoppen.  Bakstenen in een formaat, waarmee in de middeleeuwen kerken en kloosters werden gebouwd. Deze stenen werden gebakken op de steenfabriek Schenkeschans bij Leeuwarden. Bij het ontwerp had de architect zich aan de Romaanse vormen gehouden.  
De bezoeker denkt dat hij een Romeins amfitheater betreedt. De zitplaatsen in het halfrond voor de pelgrims zijn zo gebouwd dat het priesterkoor met altaar dat zich in een ronde abscis bevindt, van alle kanten goed zichtbaar is. 
Altaar en zitplaatsen zijn overkapt door een dak met zichtbare houtconstructie, terwijl het niet overdekte deel, de lichthof, de gelovigen tijdens de Eucharistieviering met de natuur verbonden houdt. Boven de zitplaatsen bevindt zich over de hele omtrek van de kapel een processiegang. Aan de wanden is een permanente expositie te zien met de geschiedenis van de H. Bonifatius. De tentoonstellingsborden worden onderbroken door kleine glas-in-lood ramen. 

Bouwkundig

De bedevaartskapel is een ontwerp van architekt H.W.Valk uit 
's-Hertogenbosch. Deze kapel werd opgetrokken in een steen van een geel bakkende klei en het formaat van een Friese kloostermop. De eerste steen werd gelegd door mgr. Vaas, deken van Leeuwarden, op Bonifatiusdag, 5 juni 1934, terwijl twee maanden later, op 6 augustus, mgr. Jansen van het bisdom Utrecht de kapel reeds kon inwijden. Het gebouw draagt een neo-romaans karakter. Pater Titus Brandsma, groot stimulator van bedevaarten naar Dokkum, was enthousiast over het ontwerp van Valk en hij schreef op 1 nov. 1936: "Hier is iets origineels ontworpen, eenvoudig en toch waardig, landelijk en toch een monument, een tent en niettemin een kerk, een plaats ter viering van de Heilige Geheimen in de openlucht en toch van alle kanten beschut, een ideale oplossing". Architect Valk heeft veel gebouwd, groter en kostbaarder bouwwerken dan de bedevaartskapel van Dokkum, maar Dokkum is één van de werken, die men moet kennen om hem te kunnen waarderen." 
In de kapel hangt een permanente panelen-expositie over het leven en werken van Bonifatius, de totstandkoming van de kapel en de betrokkenheid van pater Titus Brandsma O. carm. daarbij.Interieur Stilte kapelIn de zuidelijke hoek van de Bonifatiuskapel en aan de rechterkant van de processiegang bevindt zich nog de Pelgrimskapel. In de wand achter het altaar van die kapel zijn drie kleine brandgeschilderde ramen te zien, in 1965 vervaardigd door Broeder Aquino van Dijk uit Wolvega.Ze stellen symbolisch voor: Page met hond (symbool van trouw en waakzaamheid), Vrouw met wereldbol en vlam (symbool van geloof) en Monnik met kap (de H. Bonifatius, trekkend door het Friese land om het geloof te verkondigen). Er zijn tevens een aantal herinneringen aan de Heilige Titus Brandsma O.Carm, van wie al eerder sprake was, te zien.

Titus Brandsma Pelgrimskapel

In de zuidelijke hoek van de Bonifatiuskapel en aan de rechterkant van de processiegang bevindt zich nog de Pelgrimskapel. In de wand achter het altaar van die kapel zijn drie kleine brandgeschilderde ramen te zien, in 1965 vervaardigd door Broeder Aquino van Dijk uit Wolvega.Ze stellen symbolisch voor: Page met hond (symbool van trouw en waakzaamheid), Vrouw met wereldbol en vlam (symbool van geloof) en Monnik met kap (de H. Bonifatius, trekkend door het Friese land om het geloof te verkondigen). Er zijn tevens een aantal herinneringen aan de Heilige Titus Brandsma O.Carm, van wie al eerder sprake was, te zien.

Processiepark

In het fraaie park rondom de kapel staan 14 kruiswegstaties van de beeldend kunstenaar Jacq. Maris uit Malden opgesteld. Deze staties, in terracotta uitgevoerd, zijn opgenomen in kleine kapelachtige bouwsels, opgetrokken uit kloostermoppen afkomstig van de vele reeds lang afgebroken kloosters in de omgeving. Bijzondere aandacht vragen we voor de 12e statie, waarin een gedenkplaat voor professor Dr. Titus Brandsma is opgenomen. Op de plaat staat de strofe van een vers dat hij schreef tijdens zijn gevangenschap in Scheveningen in de Tweede Wereldoorlog.